Kasteelterrein De Dorth - Echt
- Informatie
- Gegevens
- Documentatie
- Media
- Domein
Naam:
De DorthAlternatieve benaming(en):
Het SlotjeAdres:
Aan de Doorderweg buiten Echt in de bossen , EchtBezoek mogelijkheden:
Nee
Omschrijving:
(ROB) Op het perceel is een rechthoekige verhoging van circa 40x70 meter aanwezig die aan de zuid- en oostzijde is omgeven door een depressie, die als een oude gracht geïnterpreteerd kan worden. Aan de noordzijde ligt een gegraven beek, de Nieuwe Graaf, en aan de westzijde liggen enkele vijvers. Op het hogere deel van het terrein zijn in grondboringen, behoudens enkele kleine brokjes puin, geen duidelijke sporen van nog aanwezige fundamenten aangetroffen. Elektrische weerstandsmeteingen kunnen meer inzicht geven in nog aanwezige restanten van het kasteel. Het kasteel is omstreeks 1719 met de grond gelijk gemaakt.
Opmerking:
Waarschijnlijk vanuit een motte met woontoren ontstaan (XIVa)
Bouwtype:
KasteelterreinTypologie:
Onbekend (motte?)Huidig gebruik:
Weiland en bosgebiedAdres:
Aan de Doorderweg buiten Echt in de bossenPlaats:
EchtGemeente:
Echt-SusterenLiteratuur:
- Crassier, Louis baron de, Dictionnaire historique du Limbourg néerlandais de la période féodale à nos jours, Maastricht, Van Aelst, opnieuw gepagineerde overdruk uit Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 1930-1937, p. 81.
- Hupperetz, W., B. Olde Meierink en R. Rommes (red.), Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Matrijs, 2006, pp. 264-265.
- Heuvel, J. van den, Echt, schets van de ontwikkelingen in de landbouw van een dorp in de tweede helft van de vorige eeuw, Nijmegen, Scriptie KUN, 1978, 20 p.
- Laugs, N.J.A., Echt in sagen, legenden en verhalen, Zaltbommel, Europese Bibliotheek, 1980, 124 p.
- Peeters, G., 'Geschiedkundige beschrijving der gemeente Echt in vroegere en latere tijden' in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, 4(1867), p. 52-144.
- De Provincie Limburg (2 delen), Deel VII in Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Den Haag, 1926, p. 57.
- Welters, A., 'Bijdragen tot de geschiedenis van de gemeente Echt (par. 8: Het slot van Echt - De legende van de Juffrouw zonder kop)' in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg, (1925), p. 251.
De hof in Dorth, ook wel het Huis van Echt of het Slötje genoemd, stond aan de rand van het met moerasbossen bedekte gebied Do(o)rt(h) of de grens van Echt en Susteren. Het lag ten westen van de buurschap Gebroek, die zijn naam ook aan het moeras dankt, en aan de noordwestrand van een complex onbewoonde akkerkampen. Hij werd aan de noordzijde omgeven door een pleistocene rivierbedding, waarin langs de noordrand de Canjelbeek stroomde en aan de andere zijde een restgeul die in de negentiende eeuw nog water voerde. De hof in Dorth was gelegen aan de weg van Echt naar het bouwlandcomplex. Deze weg zette zich voort in het Gulikse Dieteren.
De Dorth wordt gelokaliseerd op een rechthoekige verhogen van circa 40 x 70 meter die aan de zuid- en de oostzijde is omgeven door een inzinking die als een oude gracht geïnterpreteerd kan worden. Aan de noordzijde ligt de negentiende-eeuwse beek de Nieuwe Graaf, en aan de westzijde liggen enkele twintigste-eeuwse vijvers. Op het hogere deel van het terrein zijn bij grondboringen, behoudens enkele kleine brokjes puin, geen duidelijke sporen van fundamenten aangetroffen. Op de kadastrale minuut uit circa 1820 wordt het aangegeven als een (onregelmatig) rechthoekig perceel weiland, omgeven door een rand van hakhout. Tot 1867 was de ruïne nog zodanig aanwezig dat het complex gemakkelijk te duiden was. Een negentiende-eeuwse tekening van De Dorth in volle glorie moet echter als fantasie worden beschouwd.
Context:
Gelegen in een klein beekdal, tussen moeras en akkercomplex.