Landhuis en bouwhoeve; buitenplaats Buitenplaats Vaeshartelt - Maastricht

  • Informatie
  • Gegevens
  • Documentatie
  • Media
  • Domein
  • Wikipdia

Naam:

Buitenplaats Vaeshartelt

Adres:

Weert 9, Maastricht

Website:

http://www.vaeshartelt.nl

Informatie:

Vaeshartelt is een rijksbeschermde historische buitenplaats, een monumentaal landgoed van 22 hectare met een kasteel, boerderij en poortwachtershuis gelegen in een Engels landschapspark met een indrukwekkende verzameling bomen en diverse parkelementen. Met een Geheime Tuin, een uniek Sterrenbos en een 6 ha grote proeftuin met daarin 200 hoogstambomen met 80 verschillende soorten oude fruitrassen, klein fruitgaarden met diverse soorten bessen, bramen en frambozen en leifruit waaronder perziken en abrikozen en een groentetuin. Een groene omgeving die biologisch wordt beheerd en waar zoveel mogelijk in de eigen behoeften wordt voorzien.

Bezoek mogelijkheden:

Zie de website van Vaeshartelt.

Omschrijving:

(RCE) Vaeshartelt heeft een voor de regio Maastricht-Aken-Luik typische 19de-eeuwse parkaanleg, ingepast in een 18de-eeuws stramien van rechte lanen en bomenrijen. Het oudere formele patroon van de aanleg rondom het huis is niet tot stand gekomen op grond van zuiver tuinarchitectonische overwegingen, maar heeft zich geleidelijk ontvouwd in nauwe samenhang met het agrarische beheer en gebruik van het buitengoed. Dit rechthoekige patroon van lanen en bomenrijen benadrukt tegelijkertijd de verbondenheid met de nabijgelegen landgoederen. Opvallend is het zuidwestelijk van de bebouwing gelegen, door lanen gevormde carré: een voormalige rondwandeling. Deze lanen zijn georiënteerd op het westen, zuiden en oosten. Ten noordwesten van het huis ligt het 18de eeuwse Sterrebosch, een vierkant perceel bos met een stervormig lanenpatroon en een centraal kruispunt, oorspronkelijk bedoeld voor de houtkap.

Tussen 1830 en 1850 nam de transformatie van het agrarisch geöriënteerde landgoed tot luxueus buitengoed een aanvang, een en ander op initiatief van graaf de Grimaudet de Rochebouët. Na 1853 werd de rest van het park gerealiseerd naar een ontwerp van de Belgische tuinarchitect J. Gindra in opdracht van de Maastrichtse industriëel Petrus Regout. Het meer recreatieve karakter van Gindra's ontwerp werd in 1853 zorgvuldig ingepast in de ruimte die de bedrijfsvoering op het buitengoed daartoe openliet. Gindra paste daarbij, in navolging van onder meer de Duitse tuinarchitect W.F. Weyhe (verantwoordelijk voor de tuinaanleg van kasteel Amstenrade, waar Gindra tuinbaas / hovenier was), het principe van afscheiding tussen natuurlijk landschap en de kunstmatige parkaanleg toe door gebruik te maken van uitheemse boomsoorten en door het park af te schermen met een dichte (onder)begroeïng, doorsneden door een enkele vista's.

Nieuw voor Gindra was de inpassing van de bestaande vijver in het ontwerp. Achter dit water kwam de eigenlijke begrenzing van het park te liggen: de noordelijke pachtweide (Bloemenhof) hoorde niet tot het park en diende bij voorkeur daarvan afgescheiden te worden. Net zoals bij zijn vorige ontwerpen stond de in zichzelf gekeerdheid bij ook dit ontwerp - hoewel veel beperkter van omvang - centraal. Derhalve zijn thans zowel de noordelijke weide als de weide bezuiden de oostelijke lindenallee van grote beeldondersteunende waarde voor het geheel: zij accentueren de in zichzelf gekeerdheid van Gindra's aanleg.

Voor de afscheiding van noordelijke weide en park vond Gindra een oplossing door de vijver als het ware in twee delen te delen: een in verhouding vrij smalle waterloop langs de rijweg aan de oostzijde, met de bocht mee tot ongeveer halverwege het tuin-weiland - in de Engelse traditie van een 'oneindige rivier' - en de grote watervlakte (de echte vijver) aan de noordzijde, naar het uiteinde van het park toe. Langs de waterloop ligt de afscherming cq. een dichte begroeïng aan de binnenkant van het park met voorbij de bocht een ruimte blik over het water naar de overkant; bij de vijver ligt ook de afscherming van het park met de cultuurgronden rondom aan de overkant, waardoor de vijver een meer wezenlijk onderdeel van park vormt. Het tuin-weiland loopt naar de vijver toe iets op, waardoor vanaf de begane grond bij het huis de 'rivier' en het beginpunt van de vijver niet duidelijk zichtbaar zijn.

De hoofdstructuur van het park van Vaeshartelt wordt bepaald door drie zichtassen en een rondgaand pad. Een slenk beplant met bomen volgt een verbindingspad dwars over het gazon en deelt het park in tweeën, terwijl de ruimtelijke eenheid behouden blijft. De opbouw van het park wordt verder bepaald door diverse diagonale zichtassen en de lange lindenallee aan de zuidkant. Het padenpatroon bestond hoogstwaarschijnlijk uit twee ruime, ellipsvormige bogen, waarbij het dwarse verbindingspad onderdeel was van beide bogen.

De meest noordelijke zichtas loopt van het huis naar het hoogste punt van het terrein, een kunstmatige heuvel achter de vijver. In werkelijkheid is deze heuvel een ijskelder, waar een paviljoen / theehuis op staat en waaromheen een pad loopt. Deze ijskelder met theehuis is door Regout gebouwd en vormt een belangrijk onderdeel van Gindra's parkontwerp. De tweede zichtas voert van het huis (de noordvleugel) recht over het gazon naar het water. De derde zichtas leidt het blikveld naar de bocht in de waterloop, enigszins gemaskeerd door de grote rode beuk voor de bebouwing.

Twee 'pleintjes' verlevendigden het beeld en spelen een rol in de diagonale zichtassen van het park. Het eerste lag in de uiterste hoek bij de ingangspoort, het tweede in de bocht van de waterloop. Dit laatste 'pleintje' was geaccentueerd door een aantal fijnsparren. Tussen de grenzen van het park en het rondgaande pad is overal een begroeïng aanwezig, die van aard en samenstelling sterk wisselt. Aan de binnenzijde van het tracé zijn langwerpige stroken van verschillende, rijk gevarieërde boomsoorten geplant. Diverse groepen naaldbomen (spar, lariks, den, cypres) en loofbomen zijn goed te onderscheiden. Solitairen - veelal uitheemse soorten - staan verspreid langs de lindenallee en voor de vijver. Het soortenbestand van de bomen vertoont een opvallende gelijkenis met de Gindra's aanleg voor het park bij Kasteel Waleffe: tulpenboom, paardekastanje, larix, italiaanse populier (niet meer aanwezig), treurbeuk, en verschillende andere soorten. Tegenwoordig wordt de vijver onder meer omzoomd door plataan-hybriden; gewone, bonte, noorse en vederesdoorns; zwarte elzen; prunussen; inlandse kers; lijsterbes; amerikaanse eik, wintereik; mammoetboom; taxus; fijnsparren; koreaanse zilversparren; paardekastanje; europese larix; weymouthden; chamaecyparussoort; gewone en bruine beuk; es; moerascypres; boswilg, treurwilg, schietwilg; treurberk; buxus; iep; atlasceder; acacia; gewone abeel; christusdoorn; tulpenboom. Gindra's parkaanleg strekte zich niet aan de zuidzijze van de bebouwing uit: zijn aanleg hield op met de korte paardekastanjelaan.

Vanaf de definitieve verhuizing van Petrus Regout naar Vaeshartelt, begin jaren zestig van de negentiende eeuw, ondergingen buitengoed en met name het park - zonder enige relatie met het oorspronkelijke parkontwerp van Gindra - een transformatie tot één groot 'theaterdecor', met het oog op een commercieële recreatieve exploitatie. Theatrale decoratie van het park in de vorm van fonteinen, beelden, vazen, kleinschalige bouwwerken e.d. was het gevolg. Beelden zonder een allegorisch karakter, als representatie van macht en rijkdom van Regout en als zodanig slechts imitaties van een vroegere toepassing. Het park werd de setting voor de "follies" en standbeelden, veelal afgietsels en kopieën. Vooral de waterpartijen, cascade en fonteinen bepaalden het concept van Regout's pleziertuin. In deze periode werd het halfronde waterbekken op de overgang tussen park en Sterrebosch aangelegd. Midden in de vijver verrees een pagode-achtig badhuis, met de oever verbonden door een of meerdere loopbruggen. Ook werd een overdaad aan kleine paden dwars door het gazon gelegd. Vaeshartelt werd het middelpunt van een complex van vier landhuizen (Grand Vaeshartelt, Petit Vaeshartelt, Grande Suisse en Petite Suisse), onderling verbonden door bomenlanen.

Het park van Vaeshartelt werd tevens opengesteld voor publiek.

Binnen enkele jaren na Regout's overlijden in 1878 was het grootste deel van deze parkversiering niet meer aanwezig. Ook de meeste tuinbouwsels waren geen lang leven beschoren. De ijskelder plus theekoepel, de brug en een beeld in de bocht van de vijver overleefden. De paden uit het weiland "de Bloemenhof" verdwenen weer.

Na de dood van Petrus Regout in 1878 werd het park met grote spoed ontmanteld: alle sporen van fonteinen en bouwsels werden zorgvuldig uit de parkaanleg verwijderd, meer en meer percelen rondom de bebouwing werden hoogstamboomgaard. Verscheidene smalle waterlopen en sloten werden in die periode ingekort en / of gedempt.

De contouren en de ruimtelijke opbouw van Gindra's originele ontwerp voor het landschapspark Vaeshartelt zijn, ondanks de vele, vaak ingrijpende wijzigingen, tot op de dag van vandaag min of meer bewaard gebleven en in zekere zin zelfs versterkt door het volgroeien van de bomen. De hoofdstructuur van het park wordt nog altijd bepaald door het rondgaande pad en de zichtassen, door de met bomen beplante slenk in het midden, de afscheiding van het park van het omringende landschap en talrijke verspreid staande solitairen. Ook wordt het huis Vaeshartelt nog steeds omringd door hoogstamboomgaarden, weilanden en bosperceel, die voor Gindra's tuinaanleg van grote landschappelijke, cultuurhistorische en beeldondersteunende waarde zijn. Hoewel de uitbreiding van de Beatrixhaven en bedrijfscomplexen een groot gedeelte van het buitengoed in beslag hebben genomen, is de intieme relatie tussen het huis en en het park in stand gebleven. De kern van het buitengoed heeft haar naar binnen gerichtheid behouden. De oude infrastructuur (de bomenlanen) en de kern van het buitengoed (bebouwing, tuinen, Sterrebosch en landschapspark) hebben weinig van de vroegere compactheid en allure verloren.

Bouwtype:

Landhuis en bouwhoeve; buitenplaats

Typologie:

Onbekend

Huidig gebruik:

Zie de website van Vaeshartelt.

Adres:

Weert 9

Plaats:

Maastricht

Gemeente:

Maastricht

Rijksmonument:

326357

Omvang monument:

Tuinaanleg en gebouwen.

Documentatie:

  • Postma, A.J., Verslag van een historisch onderzoek naar de tuinen en het park van het buitengoed Vaeshartelt, Amsterdam, Stageverslag VU Amsterdam, z.j., 46 p.
  • Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Dossier Vaeshartelt, Zeist, Documentatie historische buitenplaatsen.

Literatuur:

  • Boogard, J. van den, Kasteel Vaeshartelt, Maastricht, Stichting Historische Reeks Maastricht (Maastrichts silhouet 37), 1995, 48 p.
  • Catalogus van de belangrijke veiling van het eerste deel der goederen zich bevindende in kasteel "Vaeshartelt", Oude Rijksweg te Meerssen, in opdracht van den weled. heer Adh. Regout, waarbij gevoegd onder meer goederen uit de boedel van wijlen de heer A. Heumann, op dinsdag 14 en woensdag 15 juni 1949, z.j. (1949), z.p., 19 p.
  • Crassier, Louis baron de, Dictionnaire historique du Limbourg néerlandais de la période féodale à nos jours, Maastricht, Van Aelst, opnieuw gepagineerde overdruk uit Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 1930-1937, p. 318.
  • Flament, A.J.A., 'Het kasteel Vaeshartelt te Meerssen' in: Buiten, 13(1919), p. 23 en 28-32.
  • Groneman, W., Kastelen in Zuid-Limburg, Beek, 1960, p. 36.
  • Hupperetz, W., B. Olde Meierink en R. Rommes (red.), Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Matrijs, 2006, pp. 377-380.
  • Habets, J., 'De leenen van Valkenburg' in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, 21(1884), p. 370-375.
  • Jongsma, H. & A. Loosjes, Kasteelen, buitenplaatsen, tuinen en parken van Nederland, 3 delen, Amsterdam, Scheltema & Holkema, 1912-1922, deel 3, p. O6.
  • Kasteel Vaeshartelt Maastricht: inventarisatie met waardestelling en restauratieplan, Hoensbroek, Architektengroep Mertens BV Heerlen, 1995, 21 p.
  • Krüll, W.J., Bibliografie van de geschiedenis van de Zuid-Limburgse kastelen en landhuizen, Heerlen, 1982, nummer 62.
  • Koreman, J.G.J., Kasteel Vaeshartelt bij Meerssen: eertijds koninklijk buitenverblijf, Maastricht, Stichting tot instandhouding van voortbrengselen der gewestelijke bouwkunst in Limburg (Gulden reeks van Limburgse monumenten nr. 7), 1957, 20 p.
  • Mekking, A., 'Petrus Regout; een ondernemer als bouwheer' in: Wonen TA / BK, (1975)1, p. 8-28.
  • Mertens, P.A.M., Kasteel Vaeshartelt Maastricht: historie en architectuur, Heerlen, Architektengroep Mertens, 1995, 7 p.
  • Mijsberg, H., 'Bedreigde kastelen' in: Monumenten, 16(1995)12, p. 18-20.
  • Muller, Th. & P. Regout, Album dédié à mes enfants et mes amis, Parijs, Lemercier, 1866 en 1868 (Boek gedrukt in opdracht van grootindustrieel P. Regout met zijn bezit aan onroerend goed e.d., waaronder Vaeshartelt)
  • De Provincie Limburg (2 delen), Deel VII in Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Den Haag, 1926, p. 319.
  • Urlings, H., Wandelroutes rond Kasteel Vaeshartelt, Maastricht, Stichting Vrienden van Kasteel Vaeshartelt, 1996, 46 p.
  • Wit, de N., 'Petrus Regout: geld, geduld, genie und Glück' in: Cascade, (1997)2, p. 5-31.
cURL Error: