Kasteelachtig landhuis met voorburcht (besloten hoeve) Mheer - Mheer
- Informatie
- Gegevens
- Documentatie
- Media
- Domein
- Wikipdia
Bezoek mogelijkheden:
Nee
Omschrijving:
(RCE) Kasteel Mheer, midden XVII, herbouwd op de natuurstenen grondslagen van een middeleeuws slot, beslaat vier zijden van een binnenhof.
Aan de zuidoostzijde een ronde toren, die met de noord-, oost- en westvleugel het oudste gedeelte vormt. De 17de-eeuwse gevel van de latere voorvleugel is in 1927 vervangen door een imitatie-laat-gotische gevel.
Voorburcht met drie vleugels om een plein, XVII. Aan de noordoostkant een voluutgevel en een ronde toren. Een tweede ronde hoektoren naast de rijke ingangspartij uit 1612.
In het herenhuis enige schouwen, 1514, ± 1600, 1662, XVIIIb en XIX. Ten noorden van het huis een Engelse tuin.
Bouwtype:
Kasteelachtig landhuis met voorburcht (besloten hoeve)Typologie:
moated site (?)Huidig gebruik:
Woondoeleinden en agrarische doeleindenAdres:
Dorpsstraat 6Plaats:
MheerGemeente:
Eijsden-MargratenRijksmonument:
34739Omvang monument:
Kasteel en voorburchtDocumentatie:
- Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Dossier Mheer, Zeist, Documentatie historische buitenplaatsen.
Literatuur:
- Anoniem, Oude foto's uit negen dorpen : Banholt, Bemelen, Cadier en Keer, Eckelrade, Margraten, Mheer, Noorbeek, Scheulder, Sint-Geertruid, Sint-Geertruid / Margraten, Uitgave van de heemkundevereniging Sint-Geertruid / Margraten, meerdere delen, vanaf 1989.
- Anoniem, Mheer beheersplan 1987-1997, Elburg, Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen, 1987.
- Augustus, L., 'Vlengendaal en de schouw van kasteel Mheer' in: Land van Herle, 29(1979), p. 95-97.
- Belonje, J., 'De herkomst van de wapenschilden op de schouw van kasteel Mheer' in: Land van Herle, 29(1979), p. 90-94.
- Corten, A.J.A.M., Mededeling in: Kastelen in Limburg / Kastelendag, 1991, Venlo / Arcen.
- Crassier, Louis baron de, Dictionnaire historique du Limbourg Neerlandais, de la période féodale à nos jours, 2 delen, (opnieuw gepagineerde overdruk met index uit Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 1930-1937), Maastricht, Van Aelst, p. 340.
- Damen, C., 'Imstenraadse bijdragen II en III' in: Land van Herle, 9(1959), p. 115-122 en 10(1960), p. 8-19.
- Franquinet, E., '(Het kasteel van) Mheer' in: Buiten, (1936), p. 301.
- Hupperetz, W., B. Olde Meierink en R. Rommes (red.), Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Matrijs, 2006, pp. 488-491.
- Haan, W.F.H. de, 'Het kasteel van Mheer' in: Heemschut, (1938), p. 17.
- Janssen de Limpens, K.J.Th., Leen- en laathoven in de Maaslandse Territoria vóór 1795, (Werken uitgegeven door Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, nr. 6) Maastricht, 1974, p. 28 (nr. 92).
- Koreman, J.G.J., Inventaris van de archieven der gemeente Mheer, Maastricht, Inspectie der Gemeente- en Waterschapsarchieven in
- Limburg, 1950, 278 p.
- Kransberg, D. en H. Mils, Kastelengids van Nederland; Middeleeuwen, Haarlem, 1979, p. 235-238.
- Krüll, W.J., Bibliografie van de geschiedenis van de Zuid-Limburgse kastelen en landhuizen, Heerlen, 1982, nummer 61.
- Leerssen, J. en W. Senden, Historische verkenning van Mheer, Maastricht, Gadet, 1995, 159 p.
- Linssen, D., H. Rottier en H. Salden, Limburgse kastelen in vogelvlucht, z.p. (Heerlen / Genk), 1980, p 70-71.
- Nederlands Adelsboek, 1915, p. 171-176 en 1984, p. 162-163.
- Nispen tot Sevenaer, E.O.M. van, 'De monumenten van Valkenburg en omgeving (Kasteel Mheer)' in: Bulletin KNOB, (1929), p. 90.
- De Provincie Limburg (2 delen), Deel VII in Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Den Haag, 1926, p. 305-306.
- Quix, Chr., Die Königliche Kapelle und das ehemalige Nonnenkloster auf dem Salvatorsberge, Aachen, 1829.
- Reyen, P.E. van, Middeleeuwse kastelen in Nederland, Bussum, Fibulareeks 9, uitgever C.A.J. van dishoeck, 1965.
- Roijen, A.P., Geschiedenis van: die borch van Liebeek, 't huis en kasteel van Mheer en Reijmerstock, Banholt, uitgave van A.P. Roijen, ca. 1965, 48 p.
- Russel, Jos., De heerlijkheid Geleen: hare voormalige heeren, inwoners, geregt, gebruiken. (Bevat tevens: Aanteekeningen over de voormalige Heerlijkheid Mheer en hare bezitters, p. 121-143), Sittard, Alberts, 1860, 143 p, (in 1974 een fotomech. herdruk bij Europese Bibliotheek te Zaltbommel)
- Ryckel, A. de, 'La cour féodale de l'ancien duché du Limbourg' in: Bulletin de la Societé d'Art et d'Histore du Diocèse de Liège, 1895, p. 303.
- Ryckel, A.M. de, 'Les Fiefs du Comté de Dalhem' in: Bulletin de la Société d'Art et d'Histoire du diocèse de Liège, 17(1908), p. 272-384.
- Schulte, A.G., 'Kasteel Mheer, wisselwerking tussen huis en hoeve' in: De Woonstede, (1990)3, nr 87, p 21-32.
- Schulte, A.G. et al., Margraten, Mheer en Noorbeek, Zeist, Rijksdienst voor de Monumentenzorg / Zwolle, Waanders Uitgevers, Derde aflevering in De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Limburg, 1991, p. 60-67 en 244-277.
- Tromp, H.M.J. en P.F.M. van Oosterhout, 'De beheersplannen van de Stichting tot Behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen' in: Groen, vakblad voor stad en landschap, 44(1988), p. 32-35.
- Tromp, H., 'Tuin- en parkaanleg' in: De Woonstede, (1990)3, nr 87, p 33-36.
- Tromp, H.M.J. & T. Henri-Buitenhuis (red.), Historische buitenplaatsen in particulier bezit, Utrecht, Het Spectrum, 1991, p. 239.
- Tromp, H.M.J., Private Country Houses in the Netherlands, Zwolle / Zeist, Waanders / RDMZ, 1997, p. 283-284.
- Verzijl, J.J.M.H., 'Limburgsche kastelen. Het kasteel van Mheer' in: De Nedermaas, 12(1934 / 35)6, p. 98-103.
- Vrijdag, E.C.H.M., 'Laathoven te Mheer' in: De Maasgouw, 67(1948), p. 59-61.
- Vrijdag, E.C.H.M., 'De voogdij van Mere' in: De Maasgouw, 69(1950), p. 6-8.
Kasteel Mheer is gelegen aan de Dorpsstraat in de kern van het gelijknamige dorp Mheer, onderdeel van de Nederlands Limburgse gemeente Eijsden-Margraten. Het kasteel is een rijksmonument.
Het kasteel ligt op een heuvelrug van het Plateau van Margraten en ten zuiden van het kasteel ligt het droogdal de Horstergrub. Het kasteel bevindt zich direct achter de Sint-Lambertuskerk in het dorp en langs de kerk voert een oprijlaan naar het kasteel. Op het kerkhof naast de kerk bevindt zich de grafkapel met crypte van de familie de Loë met tussen kasteel en de kapel een doorzicht.
Beschrijving van het kasteel
Het kasteelcomplex bestaat uit een viervleugelig slot en een U-vormige nederhof. De vier vleugels van het slot liggen om een kleine binnenhof die bereikbaar is via een loopbrug over een droge gracht en die leidt naar een toegangspoort in de zuidelijke vleugel. De westvleugel, waarin een zaal is opgenomen, is het oudst en stamt uit het begin van de 14e eeuw. De noordvleugel werd aan het eind van de 14e eeuw gebouwd, terwijl de oostvleugel met de forse ronde toren in de 15e eeuw werd aangebouwd. Die ronde toren staat echter op fundamenten die veel ouder zijn, waarschijnlijk uit de late 11e eeuw. Ten slotte de afsluitende zuidvleugel, met aan de binnenzijde een arcade op hardstenen zuilen, die rond 1570 verrees. Het interieur van het kasteel bevat een schoorsteen uit 1514 waarop enkele wapenschilden aanwezig zijn en verder nog een schoorsteen uit 1667.
De nederhof heeft aan de oostzijde een poortpaviljoen 1612 met daarin een hardstenen toegangspoort die wordt bereikt via een brug gelegen over een, eveneens, droge gracht. Kasteel Mheer is het enige kasteel in Nederlands Limburg met een hardstenen mezekouw of pekneus. Deze bevindt zich boven de ingangspoort van de voorburcht. De poort is voorzien van het alliantiewapen van Winand van Imstenraedt en Mechteld van de Bongart, die de kasteelhoeve tussen 1612 en 1623 (dus tijdens het Twaalfjarig Bestand) lieten bouwen. De kasteelhoeve heeft in de zuidoosthoek een ronde toren uit 1619.
Aan de noordzijde van het kasteel bevindt zich een kasteelpark, in 1852 ontworpen door de Belgische landschapsarchitect Jean Gindras en aangelegd door P. Custodis, in opdracht van de toenmalige eigenaar van het kasteel, Otto Napoleon de Loë.
Geschiedenis en bewoners
Het huidige kasteel is gelegen tussen de oude wegen van ’s-Gravenvoeren naar Gulpen (via resp. Libeek en Terlinden) en is vermoedelijk ontstaan tijdens de ontginning van het Plateau van Margraten in de 11e-13e eeuw. De oudste bouwdelen (het fundament van de ronde toren) dateren wellicht uit die ontstaanstijd. Het eerste deel van het kasteelhuis werd gebouwd na de Slag van Woeringen (1288), toen de Hertog van Brabant in de landsheerlijke rechten was getreden van het Graafschap Dalhem en het Hertogdom Limburg.
De eerste bekende bewoner was Wilhelmus (Willem) van Mere, die het huis in leen had van de hertog van Limburg en de bestuursmacht over het gebied in leen van de graaf van Dalhem. Willem wordt in 1314 genoemd in een register van hertog Jan II van Brabant. Of deze Willem van Mere familie is van ene ridder Gozewijn van Mere (genoemd in 1262-1272) en ene Willem van Mere (die rond 1200 Gulpens en Mheers land aan het Akens Mariastift zou hebben geschonken) is niet bekend. Deze leenmannen hadden nauwe betrekkingen met het geslacht Van Libeek, die hen opvolgden (Reinson de oudere en Reinson de jongere). Reinson de jongere had geen wettige kinderen. Toen hij in 1487 stierf ging de erfenis over naar zijn neef Jan van Imstenraedt, zoon van Reinsons zuster Maria van Libeek. Jans kleinkind Gerard van Imstenraedt verwierf in 1564 de heerlijke rechten over Mheer. Onder zijn bewind, en daarna van diens zoon Winand, werd de zuidvleugel gebouwd (1570). Onder diezelfde Winand van Imstenraedt werd ook de kasteelhoeve gebouwd (1612).
De familie van Imstenraedt verbleef vijf generaties lang op het kasteel. De laatste was Jan Adolf van Imstenraedt, die gehuwd was met Christina de Loë van Wissen. Door dit huwelijk werd voor het eerst de familienaam de Loë aan het kasteel verbonden, de naam van de huidige kasteelbewoner. Het genoemde echtpaar van Imstenraedt-de Loë bleef kinderloos, waardoor het kasteel door vererving in eigendom kwam van Christina's neef Philipp Christoffel baron de Loë, heer van Wissen en Conradsheim.
Sinds 1668 is het kasteel nu al onafgebroken in bezit van de familie de Loë. Het enige dat veranderde is dat de familienaam in de loop der eeuwen is verfranst.
Kasteelheren in Mheer
Vanaf de 14e eeuw is het kasteel in bezit van de familie Van Mere / Van Libeek, vanaf het einde van de 15e eeuw Van Imstenraedt en sinds 1668 De Loë.
- Willem van Mere
- Reinson van Mere (strijder in de Slag bij Baesweiler, 1371)
- Willem van Mere (†1411)
- Reinson de Oude van Libeek
- Reinson de Jonge van Libeek en zijn zuster Maria (gehuwd met Bertram Buytz van Imstenraedt)
- Jan de Oude van Imstenraedt (verheffing 1487)
- Jan de Jonge van Imstenraedt (verheffing 1528, †1569)
- Gerard van Imstenraedt (verheffing 1564, †1572) eerste Heer van Mheer
- Winand van Imstenraedt (verheffing 1575, †1622)
- Jan Adolf van Imstenraedt (†1668, kinderloos), benoemt als erfgenaam zijn aangetrouwde neef
- Philipp Christoph baron de Loë (1645-1708)
- Jan Adolf baron de Loë (1680-1743)
- Frans Charles Christoph baron de Loë (1720-1795)
- Jan Adolf baron de Loë (1680-1743)
- Philipp Christoph baron de Loë (1645-1708)
- Jan Adolf van Imstenraedt (†1668, kinderloos), benoemt als erfgenaam zijn aangetrouwde neef
- Winand van Imstenraedt (verheffing 1575, †1622)
- Gerard van Imstenraedt (verheffing 1564, †1572) eerste Heer van Mheer
- Jan de Jonge van Imstenraedt (verheffing 1528, †1569)
- Jan de Oude van Imstenraedt (verheffing 1487)
- Reinson de Jonge van Libeek en zijn zuster Maria (gehuwd met Bertram Buytz van Imstenraedt)
- Reinson de Oude van Libeek
- Willem van Mere (†1411)
- Reinson van Mere (strijder in de Slag bij Baesweiler, 1371)
Na het ancien régime:
- Edmond Assuerus baron de Loë (1749-1813)
- Frans Charles Antoine baron de Loë (1789-1838), eerste gouverneur van Limburg
- Otto Napoleon baron de Loë (1821-1897)
- Levin baron de Loë (†1925)
- Heinrich baron de Loë (†1942), met als neef
- Degenhard baron de Loë (1930-2020), met als zoon
- Diederik baron de Loë (1965- )
- Degenhard baron de Loë (1930-2020), met als zoon
- Heinrich baron de Loë (†1942), met als neef
- Levin baron de Loë (†1925)
- Otto Napoleon baron de Loë (1821-1897)
- Frans Charles Antoine baron de Loë (1789-1838), eerste gouverneur van Limburg
Heren van Mheer in Maastricht
De heren van Mheer hadden, zoals veel adellijke families, een refugiehuis in een nabije stad, in dit geval in de Bredestraat in Maastricht. Als een van de weinige adellijke huizen werd de Poort van Mheer bij de plunderingen volgend op het Beleg van Maastricht (1579) door de troepen van de hertog van Parma niet geplunderd.
Externe link
- Kasteel Mheer
Literatuur
- Joep Leerssen & Wim Senden: Historische verkenning van Mheer (Maastricht: Gadet, 1995).
- Joep Leerssen: “De familie Van Imstenraedt te Mheer en hun uitdijende familiehorizon”, Limburgs Tijdschrift voor genealogie, 50.4 (2022): 144-150
Ga naar Wikipedia.
Het huis Mheer ligt tegen de noordelijke berghelling van een zijdal van de Voerbeek midden in de oude bebouwing van het dorp Mheer. Het kasteelcomplex bestaat uit een hoofdburcht en een kasteelhoeve. De hoeve is samengesteld uit drie grote vleugels rondom een uitgestrekte cour die een groot voorplein vormt voor het kasteel.
De oudste vermelding van kasteel Mheer dateert uit 1314.
Na de Tweede Wereldoorlog was het kasteel enige jaren een hotel. Sinds 1959 wordt Mheer bewoond door Denhard baron de Loë.
Het in 1314 genoemde 'Stenen Huis' is vermoedelijk de huidige westvleugel van het kasteel. Waarschijnlijk stond deze in eerste instantie vrij en werd hij in de tweede helft van de veertiende eeuw uitgebreid met de haaks daarop staande huidige noordvleugel. De vleugels omsloten een kleine binnenplaats die aan de oostzijde werd begrensd door een schildmuur. In de binnenhoek van beide vleugels bevond zich een waterput. Een belangrijke rol was toegedacht aan een rechthoekige kasteeltoren op de zuidoosthoek avn de schildmuur. In de zestiende eeuw werd het kasteel vergroot.
Tijdens de eerste jaren van het Twaalfjarige Bestand werd aan de zuidzijde de binnenplaats afgesloten door twee bouwlichamen die op de kopse kanten van de oost- en de westvleugel aansloten.
Ook de plannen voor een geometrische parkaanleg werden niet uitgevoerd, waardoor de midden-negentiende-eeuwse landschappelijke aanleg behouden bleef.
Nu nog te zien:
Context:
Gelegen tegen de noordelijk berghelling van een zijdal van de Voerbeek.