Kasteel met besloten hoeve Wittem - Wittem
- Informatie
- Gegevens
- Documentatie
- Media
- Domein
- Wikipdia
Bezoek mogelijkheden:
Als gast van de horecagelegeheid
Omschrijving:
(RCE) Complex met een ronde hoektoren, van kiezelzandsteen, XV.
Bouwtype:
Kasteel met besloten hoeveTypologie:
Zaaltoren, moated siteHuidig gebruik:
Hotel / restaurantAdres:
Wittemer Allee 3Plaats:
WittemGemeente:
Gulpen-WittemRijksmonument:
39106Omvang monument:
Het gehele gebouw.Documentatie:
- Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Dossier Wittem, Zeist, Documentatie historische buitenplaatsen.
Literatuur:
- Agt, J.J.F.W. van et al., Vaals, Wittem en Slenaken, deel VII in De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Limburg, Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht, 2e afl., Den Haag, Staatsuitgeverij, 1983, p. 329-337.
- Hupperetz, W., B. Olde Meierink en R. Rommes (red.), Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Matrijs, 2006, pp. 479-482.
Kasteel Wittem is een kasteel in het dorp Wittem in de Nederlands-Limburgse gemeente Gulpen-Wittem.
Wittem
De oudste benaming van Wittem is Witheim, hetgeen huis (heim) bij de eik (witte) betekent. Ooit was Wittem wat oppervlakte betreft de grootste gemeente van Nederland.
De geschiedenis van Wittem kent enkele belangrijke namen. Paus Leo III zou er op weg naar Tongeren hebben uitgerust en Willem van Oranje verbleef er.
Wittem ligt halverwege Maastricht en de keizerstad Aken, twee belangrijke steden in de middeleeuwen. De weg van Maastricht via Wittem naar Aken heet nu Rijksweg, maar vroeger was het een heirweg, wellicht nog door de Romeinen aangelegd, de Oude Akerweg.
In de omgeving van Wittem komen twee grote beken samen: de Selzerbeek en de Geul. Het is een moerassig dal waar vroeger veel molens werden gebouwd. Molens voor graan, maar ook voor textiel. De mensen die deze molens in bezit hadden, brachten het tot grote rijkdom, zoals de families Clermont en Merckelbach. Zij bezaten in de buurt van Vaals en Wittem molens onder andere ten behoeve van de opkomende textielindustrie.
Ook de ligging van het dorp ten opzichte van Luik en Maastricht was van belang. Als Maastricht belegerd werd, verbleven de vreemde troepen vaak in de buurt van Wittem. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog zaten de Spaanse troepen in Maastricht en belegerde Willem van Oranje de stad. Toen zijn troepen bezig waren zich klaar te maken voor de aanval op Maastricht overnachtte Willem van Oranje op kasteel Wittem. Ook tijdens de Hollandse Oorlog belegerden Franse troepen Maastricht, dat destijds in bezit van de Republiek was.
Geschiedenis van kasteel Wittem
Middeleeuwen
In 1220 kocht Winand van Julemont de plaats van het latere kasteel Wittem van de St. Jacob abdij in Luik. De Julemonts waren een familie uit het gebied ten oosten van Luik. Toen zij Wittem in bezit kregen, breidden ze het uit met een grote stenen toren bij de Sinselbeek. Het wapen van de Scavendriesch was een rood, gekarteld doornenkruis op een witte achtergrond. Hun wapen is nog steeds te vinden boven in het glas bij de ingang van kasteel Wittem. In 1344 verkocht de kleinzoon van Arnold II van Wittem, Gerard III, kasteel Wittem voor 2.300 gulden aan Johan van Cosselaer, bastaardzoon van hertog Jan II van Brabant. Niet lang daarna kon Van Cosselaer Mechelen aan zijn jurisdictie toevoegen.
Kasteel Wittem was ooit veel groter dan tegenwoordig en had wel zeven torens. De sterke burcht van Wittem komt in allerlei gedichten voor. Zo zegt de middeleeuwse schrijver Jan van Heelu in zijn Rymkronyk over een belegering van het kasteel: "Maar si lieten Witham En de braken alle weder op".
Van Pallandt
Op 21 oktober 1520 overnachtte Karel V er, voordat hij de volgende dag te Aken tot keizer gekroond werd. De Van Pallandts, die het kasteel destijds bewoonden, golden als trouwe vazallen van de Bourgondische en Habsburgse vorsten. Dat veranderde enkele decennia later, toen Floris van Pallandt (1539-1598) na de aanbieding van het Smeekschrift der Edelen (1566) tot de opstandige edelen ging behoren. Als gevolg daarvan werd het kasteel door de Spanjaarden geconfisqueerd..
Waldeck en Plettenberg
Na het overlijden van Floris II van Pallandt in 1639 kwam Wittem in het bezit van de graven van Waldeck. In Maastricht is een straat, een park en een bastion genoemd naar Georg Friedrich graaf van Waldeck, die er van 1679 tot 1692 militair gouverneur was en tevens geldt als weldoener van de Lutherse kerk in die stad. Een groot deel van kasteel Wittem werd begin 1679 opgeblazen door Franse troepen.
Wittem werd in 1717 gekocht door Ferdinand von Plettenberg en in 1732 tot graafschap verheven.
Merckelbach
De familie Merckelbach was jarenlang als plaatselijke stadhouders eerst in dienst van de Waldecks en later van de Plettenbergs. Sinds 1764 woonde Adolfus Merckelbach op kasteel Wittem. Zijn zoon, notaris en burgemeester Simon Merckelbach kocht voor 80.000 daalders het kasteel en landerijen van de Franse overheid. Simon Merckelbach en vooral zijn zoon Jan Mathys - vrederechter, burgemeester en grootgrondbezitter- restaureerden kasteel Wittem en brachten het daarmee in de neogotische staat zoals we het kasteel nu kennen. Jan Mathys Merckelbach (1792-1838) liet ook het park rondom het kasteel aanleggen.
Tegen de achtergrond van innige contacten met de Akense fabrikanten Monnheim, Gianni en Heusch brachten de nazaten van Jan Mathys het tot grote welstand. De Merckelbachs vonden ook hun weg naar het (Nederlandse) openbare bestuur. De nazaten van Jan Mathys hielden het kasteel en de landerijen tot 1956 in hun bezit.
Horeca
In 1958 kocht Jack Rooding, zoon van de Valkenburgse hotelier Johan Rooding, het kasteel. Hij liet het opknappen, vestigde er een hotel-restaurant en verkocht het in 1968 aan Pieter Ritzen. Van 1977 tot 1989 had het restaurant Kasteel Wittem een Michelinster. In 2009 werd het kasteel door de familie Ritzen verkocht en sloten hotel en restaurant tijdelijk.
De horecabedrijven heropenden in maart 2011, met als eigenaren Ronald en Silvia de Meij. Zij verkochten het kasteel in 2018 aan Alexander en Nicole Wilden, die er hotel Château Wittem en restaurant Julemont begonnen. Onder chef-kok Guido Braeken behaalde het restaurant in 2022 in één keer twee Michelinsterren.
Beschrijving kasteel
Het gebouw is een rijksmonument.
Zie ook
- Rijksgraafschap Wittem
- Wittem
Externe link
- Website van het kasteel (gearchiveerd)
Literatuur
- H. Evers (1990). Portretten van Ferdinand von Plettenberg, heer van Wittem. In: De Maasgouw, nr. 109, pp. 3-14
- J.L.M.P.T. Hovens (2004). Het Wittemse patriciërsgeslacht Merckelbach. Limburgs Tijdschrift voor de Genealogie, nr. 82, pp. 44-49
- Em. Janssen (1960). Kasteel Wittem: Eertijds zetel van een rijksgraafschap. Gulden reeks van Limburgse monumenten
- H. Mosmans (1923). De Heeren van Wittem. Venlo
- G. Köbler (1988). Historisches Lexicon der deutschen Länder
- P.L. Nève (1972). Het Rijkskamergerecht en de Nederlanden
Ga naar Wikipedia.
Het kasteel van Wittem ligt direct ten westen van het gelijknamige achttiende-eeuwse klooster waarbij zich in de twintigste eeuw een dorp ontwikkelde. Vermoedelijk was de strategische ligging aan de hoofdweg tussen Maastricht en Aken reden voor de bouw van het kasteel. In de jaren twintig en dertig van de achttiende eeuw onderging de omgeving van het kasteel grote veranderingen. Zo werd de Wittemerallee aangelegd, geflankeerd door acht langgerekte forellenvijvers.
Wittem is vermoedelijk voortgekomen uit een vroegmiddeleeuwse 'curtis' of hof bij een kromming in de weg Maastricht-Aken.
Om het kasteel werd in 1568-1569 herhaaldelijk gevochten, waarna het uiteindelijk door de Spaanse troepen werd opgeblazen.' 'Nadat Floris II van Pallandt in 1604 het kasteel 'afgebrant en geruineert' in bezit had gekregen, heeft hij het blijkbaar hersteld want in 1619 was het bewoonbaar.
Sinds de verkoop door de familie Merckelbach in 1958 aan J.F. Rooding is in kasteel Wittem een hotel-restaurant gevestigd.
Het huidige kasteel bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels met op de buitenhoek een ronde toren, alsmede een ingangspartij in de binnenhoek.
Ze vormen de vrijwel haakse noordoostelijke hoek van een mogelijk rechthoekige burcht…
Vanaf 1344 was er al een kapel aanwezig in het kasteel.
Het kasteel bezat een dubbel grachtenstelsel gescheiden door een wal. De toegang tot de voorburcht aan de oostzijde was met twee poorten beveiligd. In 1537-1538 werd de voorste poort afgebroken en opnieuw opgebouwd. Dit poortgebouw is nog gedeeltelijk aanwezig en bevat een dichtgemetselde spitsboog. Na wisselende bezettingen aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog bliezen de Spaanse troepen het gehavende slot in 1569 op. Het bleef een ruïne tot aan het Twaalfjarige Bestand toen de toenmalige kasteelheer Floris II van Pallandt de herbouw van het kasteel blijkbaar ter hand nam. In 1619 was het kasteel weer hersteld en bewoonbaar en verdedigbaar. In 1638 werd het kasteel door Hessische troepen belegerd en in 1642 werd het ingenomen door de Fransen. De hertog van Luxemburg liet in 1668 het poortgebouw in brand steken. Nadat Franse troepen er in 1672-1678 hun hoofdkwartier hadden gevestigd, werd het opnieuw gedeeltelijk opgeblazen.
In 1678 herstelde Phillip Theodoor graaf van Waldeck Pyrmont het kasteel. Aanvankelijk had hij gedacht het kasteel te vervangen door een buitenhuis in moderne stijl, maar hij zag daarvan af. In 1700 vonden herstellingen plaats, maar nadat Ferdinand Adolf von Plettenberg in 1722 Wittem had verworven, gaf hij opdracht het kasteel deels af te breken en te herbouwen.' 'Na afbraak ontstond de huidige verschijningsvorm (afgezien van de negentiende-eeuwse inagangspartij).
Het kasteel bleef bouwvallig. In 1770 was sprake van ingestorte muurdelen en in 1794 stond het kasteel te boek als bouwvallig en onbewoonbaar.
In de tweede helft van de negentiende eeuw liet de familie Merkelbach het kasteel in neogotische stijl herstellen, waarbij de ingangspartij werd toegevoegd (vóór 1882). Gesloopt werd het westelijke deel van de zeventiende-eeuwse dienstvleugel die het burchtterrein aan de noordzijde afsloot. Het L-vormige deel dat het plein aande zuidzijde en de westzijde afsluit, was waarschijnlijk al in de achttiende eeuw gebouwd ter vervanging van de oudere, onregelmatige bebouwing die Rodkin nog in de jaren dertig van die eeuw weergaf. In 1840 volgde nog een ingrijpende verandering, waarbij het L-vormige dienstgebouw met het kasteel werd verbonden en het poortgebouw aanzienlijk werd gewijzigd.'
Nu nog te zien:
Context:
Gelegen op de noordzijde van het dal van de Geul.