Kasteelachtig landhuis; buitenplaats Blankenberg - Cadier en Keer
- Informatie
- Gegevens
- Documentatie
- Domein
- Wikipdia
- Media
Bezoek mogelijkheden:
Nee
Omschrijving:
(RCE) Kasteel Blankenberg, schilderachtig verscholen in het zachtglooiende landschap met fraaie tuin en oprijlaan. Uitgebreid complex om een langwerpige binnenplaats, in huidige vorm, ± 1825. Het herenhuis, geheel verbouwd tussen 1856 en 1863, heeft een middenrisaliet met fronton en twee hoekpaviljoens.
Opmerking:
In hoofdzaak 19de-eeuws
Bouwtype:
Kasteelachtig landhuis; buitenplaatsTypologie:
Voorganger onbekendHuidig gebruik:
Woonzorg / verpleegcentrum, Huisvesting religieuzen (klooster voor zusters van het arme kind Jezus)Adres:
Blankenberg 1Plaats:
Cadier en KeerGemeente:
Eijsden-MargratenRijksmonument:
34651Omvang monument:
Huis en gebouwen om binnenplaatsDocumentatie:
- Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Dossier Blankenberg, Zeist, Documentatie historische buitenplaatsen.
Literatuur:
- Anoniem, Oude foto's uit negen dorpen : Banholt, Bemelen, Cadier en Keer, Eckelrade, Margraten, Mheer, Noorbeek, Scheulder, Sint-Geertruid, Sint-Geertruid / Margraten, Uitgave van de heemkundevereniging Sint-Geertruid / Margraten, meerdere delen, vanaf 1989.
- Bulletin / Historische Kring Cadier en Keer, 1(1995)1 tot 2(1997)6, maandelijkse uitgave van de Historische Kring Cadier en Keer, voortgezet als: Keerder kroniek.
- Crassier, Louis baron de, Dictionnaire historique du Limbourg néerlandais de la période féodale à nos jours, Maastricht, Van Aelst, opnieuw gepagineerde overdruk uit Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 1930-1937, p. 75.
- Hupperetz, W., B. Olde Meierink en R. Rommes (red.), Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800), Utrecht, Matrijs, 2006, pp. 485-486.
- Habets, Jos., 'Notice sur la ci-devant Seigneurie de Cadier et la château de Blankenberg pres de Maestricht' in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, 13(1876), p. 133 en 553.
- Habets, Jos., 'De leenen van Valkenburg' in: Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Duché de Limbourg, 22(1885), p. 273-280.
- Janssen de Limpens, K.J.Th., Leen- en laathoven in de Maaslandse Territoria vóór 1795, (Werken uitgegeven door Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, nr. 6) Maastricht, 1974, p. 23 (nr. 66).
- Krüll, W.J., Bibliografie van de geschiedenis van de Zuid-Limburgse kastelen en landhuizen, Heerlen, 1982, nummer 57.
- Marres, W. en J.J.F.W. van Agt, Zuid-Limburg, uitgezonderd Maastricht, Den Haag, staatsdrukkerij, Deel V (provincie Limburg), derde stuk in De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, 1962, p. 98.
- Muehlberg, F., Blankenberg, Neuss, 1958, 16 p. (Onzeker of dit werkelijk over het hier bedoelde Blankenberg gaat.)
- Overhof, S., 150 jaar Cadier en Keer : een blik in verleden en heden, Heerlen, Limburgs Dagblad, 1978, 87 p.
- De Provincie Limburg (2 delen), Deel VII in Voorlopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Den Haag, 1926, p. 164.
Huis Blankenberg is een kasteel gelegen aan de Blankenberg in het gehucht Honthem bij Cadier en Keer dat tegenwoordig deel uitmaakt van de Nederlands Limburgse gemeente Eijsden-Margraten.
Geschiedenis
Middeleeuwse burcht
Het huidige kasteel stamt uit 1825 en is gebouwd op de fundamenten van een middeleeuwse donjon, oorspronkelijk gelegen aan de heerbaan van Maastricht naar Limburg en Trier. In 1370 maakte het kasteel deel uit van de schepenbank Cadier. De eerste vermelding van een eigenaar is in 1381, waarbij sprake is van een zekere Arnold d’Elen. Hij verkocht het kasteel aan de familie Bongart die haar zetel op kasteel De Bongard in Bocholtz had. Na deze familie kwam het kasteel in bezit van achtereenvolgens de families De Herten en De Horion. Door vererving kwam het daarna in bezit van de familie Cortenbach en door verkoop in 1627 aan Wolter Hoen. De familie Hoen was een wijdvertakte familie die vele andere kastelen in Zuid-Limburg bezat. Vervolgens kwam het kasteel in bezit van de families Jacobi en Van Hemerstein en ten slotte kwam het in bezit van Salomon Reinier Marius Pichot du Plessis.
Herbouw en bewonersgeschiedenis 19e eeuw
In 1825 sloopte Pichot du Plessis de oude burcht tot op het maaiveld en bouwde op de fundamenten het huidige huis in neoclassicistische stijl, als een lustoord met daarbij een prachtig park. Voor die tijd was het een heel modern gebouw met grote ramen en witgekalkte gevels. Inwendig had het fraaie zalen en een trap in Empirestijl.
Toen Pichot du Plessis in 1840 overleed, werd Blankenberg in 1841 verkocht aan de Belgische advocaat en raadsheer bij het hof van beroep in Luik, "Nicolas" Louis Eugène de Chestret (1803-1856), jongste zoon van Barthélémy de Chestret de Haneffe en Marie-Anne d'Erkenteel. Bijna vijftien jaar lang bewoonde hij het huis met zijn echtgenote Marie-Charlotte de Moffarts en kinderen vrijwel het gehele jaar. Alleen in de winter resideerde men in Luik.
Na zijn overlijden kwam Blankenberg in bezit van zijn oudste zoon, Jean Remi Marie Jules de Chestret (1833-1909), getrouwd met Mathilde de Warzée d'Hermalle (1834-1863). Hij was lid van de Koninklijke Academie van België en andere wetenschappelijke verenigingen, archeoloog, historicus, numismaat, lid van LGOG en kort burgemeester van Donceel (1879-1882). Hij bewoonde Blankenberg het jaar rond van 1857 tot 1882 en raakte onder meer bevriend met de archeoloog/historicus Jos Habets. In 1881 erfde hij de titel 'baron de Haneffe' van zijn oom Hyacinthe.
Vroeg weduwnaar geworden, ontwikkelde Jules de Chestret grote activiteit op wetenschappelijk en huiselijk terrein. Volgens eigen zeggen bracht hij grote veranderingen aan op Blankenberg. Wanneer het wapenschild op het fronton is aangebracht, is onduidelijk. Hij had pas recht op dat wapen vanaf 1881, maar mogelijk heeft hij het al tijdens zijn huwelijk uit familiale overwegingen laten plaatsen. Hij was tenslotte een De Chestret en eerstvolgende in de lijn van opvolging. Na het huwelijk van zijn dochter en jongste kind in 1882, verhuisde hij naar Luik. Zijn mémoires, waarin hij onder meer over zijn jeugd en leven op Blankenberg schrijft, zijn gepubliceerd door Stanislas Bormans.
Ondanks pogingen in 1887 en 1890 het huis te verkopen of te verhuren, bleef Blankenberg tot 1900 in bezit van deze familie.
Na 1900
In 1900 werd het huis eigendom van de Franse broederschap van Sint-Blasius, die er een tehuis voor geestelijk achtergebleven kinderen van wilde maken. Onzeker is, of dat ook doorgang heeft gevonden. In de oorlogsdagen van augustus 1914 werden tweehonderd Belgische vluchtelingen opgevangen op Blankenberg. Door geldgebrek werd het gebouw slecht onderhouden en was de broederschap gedwongen Blankenberg over te doen aan Franse paters missionarissen redemptoristen (1919). Dezen bouwden een kapel en een schuur bij het landhuis. In 1934 werd het pand aangekocht door de Zusters van het Arme Kind Jezus om er een rust- en verpleeghuis van te maken voor de zieken en ouden van dagen binnen de eigen congregatie. Bij die gelegenheid kreeg het gebouw een flinke opknapbeurt. Eind jaren 1970 werd Blankenberg een kloosterbejaardenoord met erkende verpleegafdeling, bestuurd door de Stichting Bejaardenzorg Clara Fey. Er konden vijftig patiënten geplaatst worden. Dit huis heeft gefunctioneerd totdat in 2004 het Academisch Ziekenhuis Maastricht het complex overnam en in gebruik nam als verpleeg- en herstelkliniek. De nog aanwezige zusters verhuisden naar het moederhuis van de congregatie, Huize Loreto in Simpelveld. Op termijn bleek dat het complex toch minder geschikt was en beëindigde het AzM deze kliniek. De AzM Herstelzorg werd tijdelijk verplaatst naar verpleeghuis Klevarie in Maastricht.
Eind april 2010 kocht de katholieke Stichting Redemptoris Blankenberg het landgoed aan om het Internationaal Diocesaan Missionair Grootseminarie "Redemptoris Mater" gelegenheid te bieden tot uitvoering van haar werkzaamheden. Redemptoris Mater is het grootseminarie van het Bisdom Roermond, bij decreet van 16 oktober 2003 ingesteld door monseigneur F.J.M. Wiertz, bisschop van Roermond. Het oorspronkelijke huis was gevestigd te Roermond, maar het pand was al snel te klein. De vorming van toekomstige priesters is in het bisdom Roermond sinds 2010 geconcentreerd op Blankenberg. De opleiding dient trouw te zijn aan de richtlijnen van de Heilige Stoel. Bijzonder is dat veel seminaristen uit niet-Westerse landen komen. Allen verplichten zich tot een grondige kennis van het Nederlands, zodat zij na hun priesterwijding in Nederlandse parochies geplaatst kunnen worden.
Beschrijving van het kasteel en omgeving
Huis Blankenberg is een groot, neoclassicistisch landhuis uit circa 1825, dat tussen 1856 en 1863 werd verbouwd. Het drielaagse hoofdgebouw wordt geflankeerd door twee hoekpaviljoens met mansardedaken. Het centrale deel van de voorgevel wordt gevormd door een risaliet waarin zich de entree bevindt. De risaliet wordt bekroond door een fronton met stucversiering en het wapen van de familie De Chestret de Haneffe. De gevels zijn wit gepleisterd. De wit geschilderde, carrévormige kasteelhoeve sluit aan op het hoofdgebouw. Huis Blankenberg is een rijksmonument.
Huis Blankenberg ligt in een heuvelachtige en parkachtige omgeving aan de rand van het Plateau van Margraten. Op 600 meter naar het westen ligt de groeve Blankenberg, een geologisch monument. In de omgeving bevinden zich diverse veldkruisen. Aan de Rijksweg staat de Sint-Blasiuskapel, een verbouwd transformatorhuisje.
Ga naar Wikipedia.
Blankenberg ligt op het plateau van Margraten ten oosten van Cadier en Keer, tegen de noordelijke helling van een van de heuvels. Vanaf de straatweg Aken-Maastricht loopt een toegangsweg naar het huis. De bouw van het huidige landhuis werd aantrekkelijk door de aanleg van de straatweg.'
Al minstens vanaf het einde van de veertiende eeuw bestonden de Valkenburgse leengoederen Groot-Blankenberg en Klein-Blankenberg los van elkaar. Pas in de negentiende eeuw werden ze verenigd. Op beide goederen zou aan het einde van de veertiende eeuw een hoeve hebben gestaan.
In de twintigste eeuw is het landgoed versnipperd geraakt. Het kasteel kreeg een religieuze functie en is tegenwoordig in gebruik als klooster van de zusters van het Arme Kind Jezus.
Over de verschijningsvorm van (Groot-) Blankenberg is weinig bekend. De bronnen maken eeuwenlang melding van een 'hof' of 'hoeve'. Pas in de achttiende eeuw lijkt sprake van een 'huis'. Op de Tranchotkaart uit 1805 is een vierkant gebouw zichtbaar dat een binnenplaats omsluit. Het stond op de plek van de huidige U-vormige hoeve aan de zuidkant van het grote complex dat het landhuis Blankenberg tegenwoordig is.
In 1825 werd Blankenberg door baron Pichot du Plessis op grootse wijze herbouwd. Naar het noorden toe werd het restant van het complex uitgebreid met een herenhuis, een stal en een remise. Het restant zelf werd getransformeerd tot de nieuwe bouwhoeve. Het gevolg van deze bouwactiviteiten was een langwerpige binnenplaats die door vele doorgangen werd ontsloten.' 'De toegevoegde gebouwen kwamen op een hoger niveau te liggen dan de hoeve.
Nu nog te zien:
Context:
Gelegen op het plateau van Margraten, tegen de noordelijke helling van een heuvel